snijpunt
Op een foto van een bos loop je het pad af. Hoe? Het bos hangt in een lijst, het is een foto van Luuk Huiskes, je kijkt naar jezelf en je bent er gewoon en loopt dat pad af naar een splitsing, links of rechts is het monster uit een kinderdroom, je staat ervoor, denkt: Robert Frost, legt uit aan iemand die het niet wil horen hoe dat gedicht altijd verkeerd begrepen is door iedereen – je wilt geen slimme enjambementen en begint met alles uitvullen. Stelt vast dat dit alleen kan als je typt, niet schrijft. Vraagt je af of je een voorsprong neemt of achterblijft. Het pad vervaagt, je staat voor de muur met de echo van een lijst erop, de zon heeft die gemaakt, herinnert je dat de allereerste foto’s nog niet waren gefixeerd, zodat je de afdrukken niet kon bekijken zonder ze kapot te maken met het licht dat je nodig had om ze te zien. Nu heb je de pest aan jezelf omdat iets daadwerkelijk poëtisch gratuit verwerkt tot gevonden ding in een amorf blok slaaptekst, er is te veel research in poëzie, jonge dichters praten in zoekresultaten en je haat het, ook al doe je alsof al die drollen prachtige eieren zijn, eigenlijk denk je bijna altijd: laat het dan ook in dat domein, zet het op je website, verspil er geen papier mee, de uitstoot van je AI is al erg genoeg. Je drentelt heen en weer voor die muur, durft je niet om te draaien want wie weet is er geen deur, laat staan een raam en komt het licht alleen uit het scherm voor je neus, ben je beter af met papier onder je handen om doorheen te kunnen vallen. Iemand slaat op een gong. Je ligt op de grond, er kriebelt iets op je rug, het trekt een lijn omhoog, en jij stelt vast dat jij het bos moet zijn, het monster en de droom, het onverschillig snijpunt en het pad –
Deze tekst werd geschreven tijdens een schrijfweekend in Doorn, 20-21 september 2025
Ik vraag niet veel
IK VRAAG NIET VEEL
Voor Jan Arends / Anna Swirszczynska
Ik vraag niet veel. En ook weer wel.
De liefde van mijn vrouw, nachtrust
namens de kinderen, af en toe niet bang
zijn voor de tijd, de dood et cetera.
Het is me allemaal gegund.
Het valt me ook te beurt.
Alleen niet alle drie tegelijk.
Bezoek
Tot nu toe bevond alles wat ik online zette zich in een zwarte doos. Ik heb nooit een idee gehad wie mijn site zoal bezocht. Natuurlijk sturen sommige bezoekers een berichtje, en zullen er meer zijn die dat niet doen, maar ik zou niet weten hoeveel mensen, wie ze zijn, wat ze hier uitvoeren. Ik zal vroeger vast ook wel webstats hebben gehad, maar ik kon ze nooit vinden. Nu wel: mijn nieuwe site is 29 keer bezocht. Dat is bijzonder, omdat hij nog niet eens online staat, tenminste niet onder mijn gewone webadres. Om dat geregeld te krijgen, zijn verschillende diensten nu 48 uur met elkaar aan het overleggen zonder dat ik er verder iets aan kan doen. Nader onderzoek leert dat de 29 bezoeken zijn afgelegd door slechts één unieke bezoeker. Die bezoeker ben ik natuurlijk zelf. Ik ben Mr. Bean die zichzelf een kerstkaart schrijft, zijn huis verlaat, de kaart in zijn brievenbus doet, thuiskomt en blij verrast doet als hij een kaart op de mat ziet liggen.
En toch.
Op een bepaalde manier werkt het nu al.